T cell-replete haploidentical stem cell
transplantation (haplo-SCT) is een therapeutische optie voor volwassen
patiënten met hoog-risico AML zonder HLA-gematchte donor. PhD-student Nicole
Santoro (Universiteit van Perugia, Italië) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van de impact van de intensiteit van het conditionerings-regime op
de uitkomsten van haplo-SCT in oudere AML-patiënten (45 jaar en ouder). Ze
publiceren de studie online in Cancer.1
De
retrospectieve studie analyseerde uitkomsten van patiënten die haplo-SCT hadden
ondergaan met hetzij myeloablatieve conditionering (MAC; n=373) of
gereduceerde-intensiteit conditionering (RIC; n=539). De mediane follow-up was
31,1 maanden voor de MAC-patiënten en 25,7 maanden voor de RIC-patiënten. De
incidentie van relapse was 25,1% voor MAC versus 28,7% voor RIC, en de
nonrelapse mortaliteit was 31,1% voor MAC versus 30,3% voor RIC. De twee-jaars
leukemievrije overleving was 43,9% voor MAC versus 41,0% voor RIC. In
multivariate analyse en in propensity score-gewogen analyse waren er geen
significant verschillen in uitkomsten tussen MAC en RIC. De ziektestatus en
performance status op het moment van transplantatie waren wel geassocieerd met
uitkomsten. Gebruik van posttransplantatie cyclofosfamide was geassocieerd met
verlaagde incidentie van stadium III of IV acute GVHD, nonrelapse mortaliteit,
leukemievrije overleving, en GVHD-vrije relapsevrije overleving.
De
onderzoekers concluderen dat er geen significante verschillen waren in
uitkomsten van haplo-SCT tussen MAC en RIC regimes. Type GVHD-profylaxe,
ziektestatus, en performance status waren de belangrijkste voorspellers van de
uitkomsten van de transplantatie.
1.Santoro
N, Labopin M, Ciceri F et al. Impact
of conditioning intensity on outcomes of haploidentical stem cell
transplantation for patients with acute myeloid leukemia over 45 years of age. Cancer
2019; epub ahead of print
Summary: A study comparing MAC and RIC regimens for haplo-SCT in AML patients older than 44 years found no significant
differences in outcome of the transplantation between the two conditioning
regimes. The type of GVHD prophylaxis, disease status, and performance status
were the major predictors of transplantation outcome.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)