Er is geen
duidelijkheid over de prognostische en predictieve waarde van intrinsiek
subtype van HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (ABC) dat wordt
behandeld met endocriene therapie plus ribociclib. Een retrospectieve en
exploratieve analyse in de cohorten van drie fase-3 MONALEESA-studies (2, 3, en
7) heeft de assocaties van intrinsieke subtypen met progressievrije overleving
onderzocht. Prof. Aleix Prat (Academisch Ziekenhuis Barcelona) en collega’s
publiceren de analyse in het Journal of Clinical
Oncology.1
De
onderzoekers bepaalden het PAM50-gebaseerde subtype van 672 tumoren van
patiënten die endocriene therapie plus ribociclib hadden gekregen en 488 tumoren
van patiënten die endocriene therapie plus placebo hadden gekregen. De subtypedistributie was luminal A
46,7%; luminal B 24,0%; normal-like 14,0%; HER2-verrijkt 12,7%; en basal-like
2,6%. Deze distributie was over het algemeen consistent over de behandelarmen
en de drie studies. Het risico van ziekteprogressie, vergeleken met luminal A,
was respectievelijk 1,44; 2,31; en 3,96 maal hoger voor luminal B;
HER2-verrijkt; en basal-like (p<0,001). Alle subtypen behalve basal-like
hadden significant PFS-profijt van toevoegen van ribociclib aan endocriene
therapie: HER2-verrijkt HR 0,39 (p<0,0001), luminal B HR 0,52; p<0,001),
luminal A HR 0,63 (p=0,0007), normal-like HR 0,47 (p=0,0005), en basal-like HR
1,15 (p=0,77).
De
onderzoekers concluderen dat de intrinsieke subtypen sterk en consistent
geassocieerd waren met progressievrije overleving op endocriene therapie. In
alle subtypen behalve basal-like werd profijt gezien van toevoegen van
ribociclib aan endocriene therapie.
1.Prat A, Chaudhury A, Solovieff N et
al. Correlative biomarker analysis of intrinsic subtypes and efficacy across
the MONALEESA phase III studies.. J Clin Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: A retrospective exploratory analysis of three MONALEESA studies (endocrine therapy plus ribociclib or placebo for HR-positive,
HER2-negative advanced breast cancer) evaluated the association of intrinsic
subtypes with prognosis and treatment benefit. The intrinsic subtypes were
strongly and independently associated with progression-free survival on
endocrine-based therapy. Patients with luminal A, luminal B, HER2-enriched, and
normal-like subtypes had consistent benefit from addition of ribociclib to
endocrine therapy, while patients with basal-like subtype did not benefit from
ribociclib.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)