Adjuvante
chemotherapie is geassocieerd met overlevingsprofijt in NSCLC. Variatie in het
herstel na de chirurgie kan resulteren in uitstel van de start van de
chemotherapie in sommige patiënten. Dr. Daniel Boffa (Yale University, New
Haven CT) en collega’s hebben onderzocht wat de impact van uitstel van
adjuvante chemotherapie is op de overleving na resectie van NSCLC. De studie is online gepubliceerd in JAMA
Oncology.1
In de
National Cancer Database identificeerden de onderzoekers 12.473 patiënten die
tussen begin 2004 en eind 2012 chirurgie ondergingen voor NSCLC (4 cm of
groter) met lymfekliermetastasen, en vervolgens adjuvante chemotherapie kregen
die begon tussen 18 en 127 dagen na de resectie. De mediane leeftijd was 64
jaar (IQR 57-70 jaar); 3073 patiënten (25%) hadden stadium 1-ziekte, 5981
patiënten (48%) hadden stadium 2-ziekte, en 3419 patiënten (27%) hadden stadium
3-ziekte. Deze figuur toont de distributie van patiënten over het aantal dagen tussen
resectie en begin van de adjuvante chemotherapie (panel A), en de associatie
tussen het moment van start van adjuvante chemotherapie en de mortaliteit
(panel B, log-HR’s met start na 49 dagen als referentie). De mortaliteit in de
groep patiënten met start van de adjuvante chemotherapie 57 tot 127 dagen na de
resectie was niet hoger dan de mortaliteit in de groep patiënten met start na
49 dagen (HR 1,037; p=0,27). In een Cox-model van 3976 propensity-matched
patiëntenparen was start van de chemotherapie na 57 tot 127 dagen geassocieerd
met 33% lagere mortaliteit dan alleen chirurgie (HR 0,664, p<0,001).
De
onderzoekers concluderen dat de analyse laat zien dat adjuvante chemotherapie
voor NSCLC effectief is, ook als de therapie zeven tot achttien weken na de
resectie begint.
1.Salazar
MC, Rosen JE, Wang Z et al. Association
of delayed adjuvant chemotherapy with survival after lung cancer surgery. JAMA
Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)