Patiënten met
AML in morfologisch complete remissie worden in behandelingsalgoritmes voor allogene
hematopoïetische celtransplantatie (HCT) onderscheiden van patiënten met
actieve ziekte, gedefinieerd als tenminste 5% beemergblasten. Dit onderscheid
impliceert verschillende uitkomsten voor deze twee groepen. Dr. Roland Walter
(Fred Hutchinson Cancer Research Center, Seattle WA) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van effecten van pre-HCT aanwezigheid van minimale residuele
ziekte (MRD) op de uitkomsten in patiënten met AML in morfologisch complete
remissie. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.1
De
onderzoekers analyseerden retrospectief gegevens van 359 achtereenvolgende AML-patiënten
die tussen 2006 en 2014 in Seattle myeloablatieve allogene HCT van en perifeer-bloed
of beenmergdonor ondergingen. Er waren 76 patiënten met MRD-positieve
morfologische remissie en 48 patiënten met actief AML. De drie-jaars
relapsepercentages in deze groepen waren 67% en 65%, versus 22% in de groep van
235 patiënten met MRD-negatieve remissie. De drie-jaars overall survival was 26% in de groep met MRD-positieve
morfologische remissie, 23% in de groep met actieve ziekte, en 73% in de groep
met MRD-negatieve remissie. Na multivariabele correctie bleef MRD-negatieve
remissiestatus statistisch significant geassocieerd met langere OS en PFS en
lager risico van relapse vergeleken met MRD-positieve morfologische
remissiestatus of actieve ziekte; zonder verschillen tussen deze beide laatstgenoemde
groepen.
De
onderzoekers concluderen dat in de HCT-behandelingsalgoritmes MRD-negatieve remissie,
en niet morfologisch complete remissie, als criterium dient te worden gebruikt.
1.Araki D, Wood BL, Othus M et al. Allogeneic
hematopoietic cell transplantation for acute myeloid leukemia: time to move
toward a minimal residual disease-based definition of complete remission? J
Clin Oncol 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)