Biologische factoren die bijdragen aan de rasgebonden dispariteit in overleving van HR-positief HER2-negatief mammacarcinoom (HR+ HER2- BC) worden niet goed begrepen. Een studie van Vanderbilt University Medical Center (Nashville TN) heeft de impact van PAM50-subtype op de tien-jaars mortaliteit in zwarte en blanke patiënten vergeleken. Dr. Sonya Reid en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.¹

De studie includeerde 318 vrouwen met gelokaliseerd HR+ HER2- BC: 227 zwarte patiënten (71%) en 91 blanke patiënten (29%). Jonge (vijftig jaar of jonger) zwarte patiënten hadden het hoogste percentage HR+ niet-luminaal A tumoren (47%), gevolgd door oudere zwarte patiënten (31%), oudere blanke patiënten (30%), en jongere blanke patiënten (10%). Onder alle patiënten tezamen hadden vrouwen met HR+ niet-luminaal A tumoren hogere tien-jaars mortaliteit dan vrouwen met HR+ luminaal A subtype: na correctie voor leeftijd, stadium en inkomen HR 4,21 (95%-bti 1,74-10,18) voor zwarte patiënten en HR 3,44 (95%-bti 1,31-9,03) voor blanke patiënten. Onder de patiënten met HR+ niet-luminaal A subtype tumoren was er geen significante rasgebonden dispariteit in tien-jaars mortaliteit (zwart versus blank HR 1,23; 95%-bti 0,58-2,58).

De onderzoekers conluderen dat molecular-subtype klassering rasgebonden dispariteit in PAM50-subtypedistributie onder vrouwen met HR+ HER2- BC onderstreept. Na correctie voor moleculair subtype was er geen rasgebonden verschil in overleving.

1.Reid S, Haddad D, Tezak A et al. Impact of molecular subtype and race on HR+, HER2- breast cancer survival. Breast Cancer Res Treat 2021; epub ahead of print

Summary: A study at Vanderbilt University Medical Center (Nashville, TN) found that molecular subtype classification highlights racial disparities in PAM50 subtype distribution among women with HR-positive, HER2-negative breast cancer. After adjusting for molecular subtype racial survival disparities were ameliorated.