
In de NCDB identificeerden de onderzoekers 1307 patiënten die definitieve chirurgie ondergingen voor nieuw-gediagnostiseerd niet-metastatisch MPM. Definitieve chirurgie was extrapleurale pneumonectomie (EPP) of pleurectomie/decorticatie (P/D). Van de patiënten werden 621 (48%) behandeld in een LVF en 686 (52%) in een HVF. Van de procedures in de HVFs was 75% P/D, versus 84% van de procedures in de LVFs (p<0,001). Patiënten in de HVFs hadden kortere duur van verblijf in het centrum (p=0,035), lagere percentage dertig-dagen heropname (4,6% versus 6,1%; p=0,021), en lager percentage negentig-dagen mortaliteit (10% versus 14,6%; p=0,029). De mediane overall survival was 18 maanden voor de HVF-patiënten versus 15 maanden voor de LVF-patiënten9 na propensity-matching p=0,0540). Ook in multivariate analyse was het faciliteitsvolume geen onafhankelijke voorspeller van de OS.
De onderzoekers concluderen dat het faciliteitsvolume in deze (tot op heden grootste) analyse niet significant geassocieerd was met OS, maar dat de postoperatieve uitkomsten gunstiger waren in HVFs dan in LVFs.
1.Verma V, Ahern CA, Berlind CG et al. Facility volume and postoperative outcomes for malignant pleural mesothelioma: a National Cancer Data Base analysis. Lung Cancer 2018; epub ahead of print