De analyse van EOC-specifieke mortaliteit includeerde 1279 vrouwen met invasief stadium I tot en met III EOC. De analyses werden gecorrigeerd voor leeftijd, jaar van diagnose, tumorstadium, histologisch subtype, body mass index, en (alleen in postdiagnostische modellen) NSAID-gebruik. Analyse van prediagnostisch roken (meetpunt twaalf maanden voor de diagnose) liet een significant hogere EOC-specifieke mortaliteit zien in de groep voormalig-rooksters (HR 1,19; 95%-bti 1,02-1,39) en een suggestie van hogere EOC-specifieke mortaliteit in huidige rooksters (HR 1,21; 95%-bti 0,96-1,51), beide vergeleken met nooit-rooksters. Langere geschiedenis van roken en meer pakjaren waren eveneens geassocieerd met EOC-specifieke mortaliteit. Analyse van postdiagnostisch roken (meetpunt elf maanden na de diagnose) liet zien dat vrouwen die vijftien of meer sigaretten per dag rookten verhoogde EOC-specifieke mortaliteit hadden (versus nooit-rooksters HR 2,34; 95%-bti 1,63-3,37). Voor vrouwen die na de diagnose één tot vijftien sigaretten per dag rookten was de EOC-specifeke mortaliteit 40% hoger dan voor nooit-rooksters (HR 1,40; 95%-bti 1,05-1,87).
De onderzoekers concluderen dat roken zowel voor als na een EOC-diagnose geassocieerd was met hogere EOC-specifieke mortaliteit.
1.Wang T, Townsend MK, Simmons V et al. Pre- and post-diagnosis smoking and survival following diagnosis with ovarian cancer. Int J Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis in the cohorts of the Nurses’ Health Study and NHSII found that both pre- and post-diagnosis smoking were associtated with worse ovarian cancer outcomes.