Obesitas van mammacarcinoompatiënten is
geassocieerd met slechte prognose, maar de meeste
studies waarin deze associatie is onderzocht hanteerden de body mass index
(BMI) als obesitasmaat. De BMI geeft geen inzicht in de verdeling van
vetweefsel over het lichaam. Mathilde His (Institut Gustave-Roussy, Villejuif)
en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van de impact van prediagnostische
BMI, middelomtrek (WC), heupomtrek (HC), en middel-/heupomtrektratio (WHR) op
de overleving van mammacarcinoompatiënten in de Franse prospectieve E3N-studie.
De uitkomsten van de analyse zijn online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.1
De analyse
is gebaseerd op gegevens van 3006 vrouwen met een diagnose primair invasief
mammacarcinoom tussen 1995 en 2009. Prediagnostische BMI, WC en WHR waren in dit
cohort niet geassocieerd met de overleving. Patiënten met een prediagnostische
HC groter dan 100 cm hadden, in vergelijking met patiënten met een
prediagnostische HC kleiner dan 95 cm, een 35% verhoogd risico van all-cause mortaliteit (HR 1,35; p trend=0,02),
een 50% verhoogd risico van mammacarcinoomspecifieke mortaliteit (HR 1,50; p
trend =0,03), en een 36% verhoogd risico van een tweede invasieve malignitieit
(HR 1,36; p trend= 0,002). Deze associaties werden sterker na correctie voor
BMI.
De onderzoekers
concluderen dat een grotere heupomtrek geassocieerd is met slechtere uitkomsten
in mammacarcinoompatiënten, en dat het belangrijk is de BMI niet als enige
obesitasmaat te hanteren in onderzoek naar associaties tussen obesitas en
overleving van mammacarcinoom.
1.His M, Fagherazzi G, Mesrine S et
al. Pre-diagnostic body size and breast cancer survival in the E3N cohort
study. Int J Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)