
Deelnemers aan de studie waren 996 patiënten in de leeftijd tot en met zeventig jaar, die tussen 2000 en 2014 alloHSCT kregen voor agressief ATLL, en intensieve chemotherapie kregen als eerstelijns behandeling. Er waren 82 patiënten die voor alloHSCT Mog kregen, met een mediaan interval van 45 dagen tussen alloHSCT en Mog. Pretransplantatie Mog was geassocieerd met verhoogd risico van graad 3/4 acute GVHD (RR 1,80; p<0,01) en van tegen systemisch corticosteroïd refractair actue GVHD (RR 2,09; p<0,01). De één-jaars cumulatieve incidentie van nonrelapse mortaliteit was 43,7% in patiënten met pretransplantatie Mog versus 25,1% in patiënten zonder pretransplantatie Mog (p<0,01). De één-jaar overall survival was 32,3% in patiënten met pretransplantatie Mog versus 49,4% in patiënten zonder pretransplantatie Mog (p<0,01). Vooral Mog binnen vijftig dagen voor de transplantatie was geassocieerd met slechte uitkomsten.
De onderzoekers concluderen dat pretransplantatie Mog geassocieerd was met toename van GVHD-gerelateerde mortaliteit.
1.Fuji S, Inoue Y, Utsonomiya A et al. Pretransplantation anti-CCR4 antibody mogamulizumab against adult T-cell leukemia/lymphoma is associated with significantly increased risks of severe and corticosteroid-refractory graft-versus-host disease, nonrelapse mortality, and overall mortality. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print