Er is geen consensus over de vraag of risicoverlagende salpingo-ovariëctomie (RRSO) naast het risico van ovariumcarcinoom ook het risico van mammacarcinoom verlaagt. Prof. Mary Beth Terry (Columbia University, New York) en collega’s hebben een analyse van een prospectieve cohortstudie uitgevoerd om een antwoord op deze vraag te vinden. Ze publiceren de analyse online in het Journal of the National Cancer Institute.¹

De analyse is uitgevoerd in het cohort van de multicenter Prospective Family Cohort Study, die 17.917 vrouwen includeerde die vrij waren van mammacarcinoom; 7,2% van deze vrouwen waren bekend als drager van een BRCA1/2-mutatie. Bij inclusie en tijdens de follow-up gaven de vrouwen informatie over een groot aantal leefstijlfactoren, waaronder het ondergaan hebben van RRSO. Tijdens mediaan 10,7 jaar follow-up werd in 1046 vrouwen in het cohort mammacarcinoom vastgesteld. In een model met RRSO als tijdsafhankelijke variabele was er geen associatie tussen RRSO en het risico van mammacarcinoom in het gehele cohort (HR 1,04; 95%-bti 0,87-1,24); evenmin in tertielen van voorspeld absoluut risico op basis van familiegeschiedenis; en ook niet onder de BRCA1/2-mutatiedraagsters in afzonderlijke analyses.

De onderzoekers concluderen dat RRSO niet dient te worden beschouwd als interventie die het risico van mammacarcinoom verlaagt.

1.Terry MB, Daly MB, Phillips KA et al. Risk-reducing oophorectomy and breast cancer risk across the spectrum of familial risk. J Natl Cancer Inst 2018; epub ahead of print

Summary: An analysis within the Prospective Family Study Cohort (17,917 women; 7,2% known carriers of BRCA1 or 2 mutations; median follow-up 10.7 years) found no impact of risk-reducing salpingo-oophorectomy on incident breast cancer; neither in the complete cohort nor in the BRCA1/2 mutation carriers.