Er is geen duidelijkheid over de waarde van onderhoudsimmuuntherapie met het anti-CD20 monoklonaal antilichaam rituximab na eerstelijns behandeling voor primair CNS lymfoom (PCNSL). Een retrospectieve studie van Oregon Health & Science University (Portland) heeft deze waarde onderzocht. Prof. Edward Neuwelt en collega’s publiceren de studie online in het Journal of Neuro-Oncology.¹



Tussen begin 1996 en eind 2017 werden in Portland 66 PCNSL-patiënten behandeld die na eerstelijns behandeling complete respons bereikten. Twintig patiënten kregen rituximab-onderhoudsbehandeling, de overige 46 patiënten werden geobserveerd met seriële MRI-scans. Vergeleken met de observatiegroep was de duur van de overleving in de onderhoudstherapiegroep significant langer (HR 0,27; p=0,046). Het risico van progressie was in de onderhoudsgroep niet-statistisch significant lager dan in de observatiegroep (HR 0,61; p=0,259).

De onderzoekers concluderen dat de retrospectieve analyse suggereert dat rituximab-onderhoudsbehandeling resulteerde in betere overleving. Een prospectieve multicenter gerandomiseerde studie van dit onderwerp wordt momenteel uitgevoerd.

1.Ambady P, Fu R, Szidonya L et al. Impact of maintenance rituximab of duration of response in primary central nervous system lymphoma. J Neuro-Oncol 2020; epub ahead of print

Summary: A retrospective review of patients of Oregon Health & Science University (Portland) found that after attaining complete response of primary CNS lymphoma maintenance therapy with rituximab, compared to no maintenance therapy, was associated with longer survival (HR 0.27; p=0.046) while the reduction in the risk of progression was not statistically significant (HR 0.61; p=0.259).