Prof. Alessandra
Ferrajoli (MD Anderson Cancer Center, Houston) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van de incidentie en prognostische impact van andere maligniteiten
(OC) in een populatie van patiënten die meer dan tien jaar overleefden na de
diagnose CLL (lange-termijn overlevers, LTS). De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Annals of Oncology.1 De studie is gebaseerd op gegevens
van 797 LTS.
De
cumulatieve frequentie van OC was 36%, niet-statistisch significant
verschillend tussen LTS die behandeld waren voor CLL (TRT; n=570) en patiënten
die niet behandeld waren (UT; n=227). De meest-geziene OC in beide groepen was
niet-melanoom huidkanker, in de TRT-groep gevolgd door prostaatcarcinoom,
mammacarcinoom, melanoom, longcarcinoom en leukemie; en in de UT-groep gevolgd
door prostaatcarcinoom, mammacarcinoom, melanoom, longcarcinoom en
gastro-intestinale tumoren. De standardized
incidence ratio van OC in LTS versus de algemene populatie was 1,2
(p=0,034). De SIR was hoger in mannelijke LTS (SIR 1,31; p=0,013) en in LTS
jonger dan zestig jaar (SIR 1,27; p=0,027). De SIR was hoger voor secundaire
leukemie, melanoom, en hoofd-halscarcinoom, en lager voor gastro-intestinaal en
blaascarcinoom. Onafhankelijke voorspellers van ontwikkeling van OC in LTS
waren gevorderde leeftijd, mannelijk geslacht, en lager trombocytengetal. De
overleving van LTS met OC was 16,2 maanden; de overleving van LTS zonder OC was
22,9 jaar.
De
onderzoekers concluderen dat LTS van CLL een verhoogd risico van OC hebben
vergeleken met de algemene populatie, en dat behandeling voor CLL geen
risicofactor is voor OC.
1.Falchi L, Vitale C, Keating MJ et al. Incidence
and prognostic impact of other cancers in a population of long-term survivors
of chronic lymphocytic leukemia. Ann Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)