Het multinationale T Cell Project was de tot op heden grootste prospectieve studie van incidentie, behandelpatronen, en uitkomsten van T-cel lymfomen. Zeldzame subtypen van T-cel lymfoom, zoals hepatosplenisch (HSTCL), enteropathie-geassocieerd (EATL), en perifeer gamma delta (PGDTCL) T-cel lymfomen, worden zelden geïncludeerd in studies. Een analyse van het T Cell Project heeft behandelpatronen en uitkomsten van deze subtypen geïnventariseerd. Prof. Francine Foss (Yale University School of Medicine, New Haven CT) en collega’s publiceren de analyse online in het American Journal of Hematology.¹

De analyse includeerde 31 patiënten met HSTCL, 65 patiënten met EATL, en 19 patiënten met PGDTCL. De meest-gebruikte eerstelijns behandeling was anthracycline-gebaseerde chemotherapie, met response rates van 20-40%. Autologe stamceltransplantatie als consolidatie in eerste remissie werd toegepast in 33% van de HSTCL-patiënten, 7% van de EATL-patiënten, en 12% van de PGDTCL-patiënten, terwijl vier HSTCL-patiënten in eerste remissie allogene stamceltransplantatie ondergingen. De progressievrije overleving na drie jaar liep voor de drie subtypen uiteen van 28% tot 40%, en de drie-jaars overall survival was met 70% het meest gunstig voor PGDCTL.

De onderzoekers concluderen dat er behoefte is aan nieuwe behandelopties voor deze zeldzame subtypen van T-cel lymfoom.

1.Foss FM, Horwitz SM, Civallero M et al. Incidence and outcomes of rare T cell lymphomas from the T cell project: hepatosplenic, enteropathy associated, and peripheral gamma delta T cell lymphomas. Am J Hematol 2019; epub ahead of print

Summary: An analysis of the multinational prospective T Cell Project found that there is a need for novel treatment approaches for rare T cell lymphomas (hepatosplenic, enteropathy associated, and peripheral gamma delta T cell lymphomas).