Een real-world studie van Columbia University (New York) heeft incidentie en voorspellers van diabetes mellitus (DM) na een diagnose vroeg-stadium mammacarcinoom (BC) in oudere patiënten geïnventariseerd. Dr. Melissa Accordino en collega’s publiceren de studie online in Breast Cancer Research and Treatment.¹ In de SEER-database identificeerden de onderzoekers 14.506 patiënten in de leeftijd van 65 jaar en ouder met een diagnose stadium I , II, of III BC tussen begin 2005 en eind 2013, zonder eerdere claims voor DM, en met follow-up van tenminste twee jaar. Ze vergeleken deze patiënten met voor leeftijd en ras gematchte controlepersonen.


Onder de BC-patiënten ontwikkelde 22,3% DM, versus 16,5% onder de controlepersonen. Factoren die onder de BC-patiënten geassocieerd waren met incident DM waren ras (versus blank: zwart OR 1,63 95%-bti 1,39-1,93 en Hispanic OR 3,03 95%-bti 1,92-4,81), sociaal-economische status (kwintiel 1 versus kwintiel 5 OR 1,55; 95%-bti 1,33-1,78), en chemotherapie (OR 1,19; 95%-bti 1,08-1,31). Voor de indexdatum was het mediane aantal bezoeken aan behandelaars 19 per patiënt per jaar onder de latere BC-patiënten en 17 onder de controlepersonen. Na de indexdatum was het mediane aantal bezoeken aan behandelaars 46 versus 19. Het mediane aantal bezoeken aan de huisarts was 2 voor beide groepen in beide perioden.

De onderzoekers concluderen dat oudere BC-patiënten vaker DM ontwikkelden dan gematchte controlepersonen. Er was geen verschil tussen beide groepen in bezoeken aan de huisarts. Dit wijst op een mogelijkheid voor beter management van deze comorbiditeit in oudere BC-patiënten.

1.Accordino MK, Wright JD, Buono D et al. Incidence and predictors of diabetes mellitus after a diagnosis of early-stage breast cancer in the elderly using real-world data. Breast Cancer Res Treat 2020; epub ahead of print

Summary: A real-world study found that among elderly (65 years and over) patients with early stage breast cancer 22.3% developed diabetes mellitus, more than controls in the same period (16.5%). There were no differences between both groups in access to their primary care physicians.