Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Incidentie en voorspellers van heuptoxiciteit na radiotherapie voor prostaatcarcinoom

(0)2016-10-17 13:19   ( Nieuws )

Dr. Michael ZelefskyDr. Michael Zelefsky (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van incidentie en voorspellers van heuptoxiciteit na radiotherapie voor gelocaliseerd prostaatcarcinoom. De analyse is online gepubliceerd in Radiotherapy & Oncology.1 De analyse is gebaseerd op gegevens van 4067 patiënten die EBRT (n=2569) of brachytherapie met of zonder additionele EBRT (n=1508); 1738 van de patiënten kregen neoadjuvante en concurrente androgeendeprivatie terwijl de overige 2329 patiënten alleen radiotherapie kregen. Heuptoxiciteit werd gedefinieerd als matige of ernstig pijn bij het lopen. De mediane follow-up was zeven jaar (range drie tot eenentwintig jaar).

Heuptoxiciteit werd tijdens de follow-up gezien in 121 patiënten (2,7%), van wie in 73 heupvervanging vereist was (1,8%). Onder patiënten met op scans zichtbare veranderingen van degeneratieve gewrichtsziekte (DJD) voor aanvang van de behandeling was de tien-jaars incidentie van heuptoxiciteit 11%, versus 3% onder patiënten zonder dergelijke veranderingen (p<0,001). In multivariate analyses waren alleen DJD bij aanvang (p<0,0001) en verlengde androgeendeprivatietherapie bij recidief (p<0,001) geassocieerd met heuptoxiciteit.

De onderzoekers concluderen dat prostaat-EBRT of –brachytherapie geassocieerd is met lage incidentie van lange-termijn heuptoxiciteit. Alleen DJD bij aanvang en verlengde salvage ADT waren geassocieerd met geassocieerd met heuptoxiciteit.

1.Zelefsky MJ, Kollmeier MA, Gorshein E et al. Hip-related toxicity after prostate radiotherapy: Treatment related or conincidental? Radiohter Oncol 2016; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren