Dr. Sarah
Arron (University of California, San Francisco) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de incidentie
van en risicofactoren voor huidmaligniteiten in ontvangers van
orgaantransplantatie in de Verenigde Staten. De studie is online gepubliceerd in JAMA
Dermatology.1 De onderzoekers inventariseerden het voorkomen van
squameus celcarcinoom (SCC), melanoom (MM) en merkelcelcarcinoom (MCC) in volwassen ontvangers van een transplantie
bij zesentwintig centra in de Verenigde Staten in 2003 of in 2008.
De onderzoekers
identificeerden 10.649 orgaantransplantatie-ontvangers; man-vrouw verhouding
64-36; gemiddelde leeftijd 51 jaar (SD 12 jaar). De totale follow-up bedroeg
59.923 persoonsjaren. De incidentie van posttansplantatie-huidmaligniteiten was
1408 per 100.000 persoonsjaren (SCC 1328, MM 122, MCC 4 per 100.000
persoonsjaren). Statistisch significante risicofactoren voor posttransplantatie-huidmaligniteit
waren pretransplantatie-huidmaligniteit (HR 4,69; 95%-bti 3,26-6,73), mannelijk
geslacht (HR 1,56; 95%-bti 1,34-1,81), blank ras (HR 9,04; 95%-bti 6,20-13,18),
leeftijd bij transplantatie vijftig jaar of ouder (HR 2,77; 95%-bti 2,20-3,48),
en transplantatie in 2008 versus 2003 (HR 1,53; 95%-bti 1,22-1,94).
De
onderzoekers concluderen dat posttransplantatie-huidmaligniteiten ‘common’ zijn, met een verhoogd risico
bij hogere leeftijd, blank ras, en mannelijk geslacht. Het verschil in
incidentie tussen transplantatie in 2008 versus 2003 kan wellicht worden
verklaard door meer agressieve immuunsuppressie in de meer recente periode.
1.Garrett GL, Blanc PD, Boscardin J et
al. Incidence of and risk factors for skin cancer in organ transplant
recipients in the United States. JAMA Dermatol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)