Ductaal
carcinoom in situ (DCIS) van de borst wordt gezien in uiteenlopende klinische
en histopathologische subtypen. Klinische behandelkeuzen zijn echter alleen
gebaseerd op histopathologische graad en diameter. Een retrospectieve studie in
het Akershus Universiteitsziekenhuis (Lørenskog, Noorwegen) heeft de
incidentie van moleculaire subtypen van hooggradig DCIS geïnventariseerd. Prof. Jürgen Geisler en collega’s
publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1
De studie
includeerde histopathologische specimens van 494 patiënten, onder wie 430 met
hoog-gradig DCIS (graad 3). Zestig van deze specimens hadden een additionele
invasieve component. In 33 patiënten werd recidiverend DCIS of invasieve ziekte
gediagnostiseerd (tenminste een jaar na de primaire DCIS diagnose. Er waren 357
specimens met resultaten van immuunhistochemische analyse van ER, PR, HER2, en
Ki67. De figuur laat de verdeling van de subtypen zien. Het HER2-subtype was
significant meer frequent onder DCIS met invasieve component.
De
onderzoekers concluderen dat hooggradig DCIS alle moleculaire subtypen omvat
die ook in invasief mammacarcinoom zijn geïdentificeerd.
1.Schandiz
H, Park D, Kaiser YL et al. Subtypes of high-grade breast ductal carcinoma in
situ (DCIS): incidence and potential
clinical impact. Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of print
Summary: A retrospective study in Norway found
that high-grade breast DCIS exhibits all the molecular subtypes previously
identified in invasive breast cancer.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)