Sojabevattende
voedingsmiddelen hebben zowel anti-oestrogene als oestrogeen-achtige
eigenschappen. Er is daarom geen consensus over de vraag of overlevers van
mammacarcinoom dient te worden geadviseerd meer of minder sojaproducten te consumeren,
met name als het gaat om patiënten die hormoontherapie krijgen. Dr. Fang Fang
Zhang (Tufts University, Boston) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van
de associatie tussen de inname van isoflavonen (de meest-voorkomende
fyto-oestrogenen in soja) en de all-cause
mortaliteit in overlevers van mammacarcinoom. Ze publiceren de studie online in Cancer.1
De studie is
uitgevoerd in het cohort van de Breast
Cancer Family Registry, een multi-etnisch cohort in de Verenigde Staten en
Canada (n=6235). Voor 5178 vrouwen waren gegevens beschikbaar over de
prediagnose voedingsgewoonten, en voor 1664 vrouwen waren alleen gegevens
beschikbaar over postdiagnose voedingsgewoonten. Gedurende mediaan 9,4 jaar
follow-up overleden 1224 deelneemsters. Vrouwen in het kwartiel met de hoogste versus
laagste isofavoon-inname (≥ 1,5 mg per dag versus <0,3 mg per dag) hadden
een 21% verlaagde mortaliteit (HR 0,79;
p trend=0,01). Deze figuur toont de associaties uitgesplitst naar verschillende typen
isoflavonen. De associatie tussen hogere isoflavoon-inname en lagere mortaliteit
werd alleen gezien in vrouwen met hormoonreceptor-negatieve tumoren (HR 0,49; p
trend= 0,005) en vrouwen die geen hormoontherapie kregen (HR 0,68; p trend =
0,02).
De
onderzoekers concluderen dat hogere inname van isoflavonen uit de voeding
geassocieerd was met lagere all-cause
mortaliteit in overlevers van mammacarcinoom, die HR-negatieve tumoren hadden
en geen hormoontherapie kregen.
1.Zhang
FF, Haslam DE, Terry MB et al. Dietary
isoflavone intake and all-cause mortality in breast cancer survivors: the
Breast Cancer Family Registry. Cancer 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)