
De studie was een retrospectieve cohortstudie van zwaar-voobehandelde pediatrische patiënten met recidiverend of refractair B-ALL die InO kregen in het kader van een compassionate use program. Inclusiecriteria voor het programma waren gebrek aan bevredigende alternatieve therapie, CD22-positiviteit op leukemische blasten, geen ongecontroleerde infectie, en geen eerdere sinusoïdaal obstructiesyndroom (SOS). De 51 patiënten kregen het inmiddels FDA-goedgekeurde InO-doseringsschema (drieweekse cycli van 0,8 mg/m2 in week één gevolgd door 0,5 mg/m2 in weken twee en drie).
De behandeling resulteerde in complete remissie in 67% van de patiënten, met negativiteit voor minimaal residuele ziekte in 71% van de patiënten met respons. Responsen werden gezien ongeacht het cytogenetisch subtype of het aantal en type van eerdere behandelingen. De twaalf-maands gebeurtenisvrije overleving was 23,4%; de twaalf-maands overall survival was 36,3%. InO werd goed verdragen: graad 3 levertransaminitis werd gezien in 12% van de patiënten met graad 3 of 4 infecties in 22%; geen van de patiënten ontwikkelde SOS tijdens de behandeling, hoewel 11 van 21 patiënten (52%) die HSCT ondergingen na InO wel SOS ontwikkelden.
De onderzoekers concluderen dat InO een goed-verdragen effectieve therapie is voor kinderen met recidiverend ALL.
1.Bhojwani D, Sposto R, Shah NN et al. Inotuzumab ozogamicin in pediatric patients with relapsed/refractory acute lymphoblastic leukemia. Leukemia 2018; epub ahead of print.
Summary: A retrospective study in a cohort of heavily pretreated pediatric ALL patients found that treatment with inotuzumab ozogamicin resulted in complete remission in 67% of patients with overt marrow disease, with negativity for minimal residual disease in 71% of responders.