
De studie includeerde 625 kinderen (mediane leeftijd 4,2 jaar) met niet-hoog risico ALL die vijf intramusculaire PEG-asp injectie 1000 IE/m2 iedere twee weken kregen en vervolgens werden gerandomiseerd naar drie additionele doses iedere zes weken (experimentele groep; n=309) of tien additionele doses iedere twee weken (standaard-arm, n=316). Het primaire eindpunt van de studie was ziektevrije overleving, en het secundaire eindpunt was asparaginase-geassocieerde toxiciteit.
De mediane follow-up was 4,1 jaar. De vijf-jaars DFS was 92,2% (95%-bti 88,6-95,8) in de experimentele arm versus 90,8% (95%-bti 87,0-94,6) in de standaard-arm. De drie-jaars cumulatieve incidentie van eerste asparaginase-geassocieerde toxiciteit was 9,3% in de experimentele arm versus 18,1% in de standaard-arm (p=0,001). Vermindering van de asparaginase-geassocieerde toxiciteit in de experimentele arm werd gezien in beide geslachten, alle risicogroepen, en leeftijdsgroepen. Van de afzonderlijke toxiciteiten was het verschil tussen beide groepen significant voor pancreatitis (zes-maands risico 1,3% versus 5,8%; p=0,002).
De onderzoekers concluderen dat na de tiende week intermittent vergeleken met continu PEG-asp in pediatrisch ALL resulteerde in lager risico van toxiciteiten zonder de ziektevrije overleving te compromiteren.
1.Klug Albertsen B, Grell K, Abrahamsson J et al. Intermittent versus continuous PEG-asparaginase to reduce asparaginase-associated toxicities: a NOPHO ALL2008 randomized study. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: The ALL2008 study of the Nordic Society for Pediatric Hematology and Oncology compared intermittent versus continuous pegylated asparaginase in pediatric ALL. The 5-year disease-free survival was 92.2% in the intermittent group and 90.8% in the continuous group. The 3-year cumulative incidence of any first asparaginase-associated toxicity was 9.3% and 18.1% in the two groups, respectively (p=0,001).