Dr. Stephanie Sullivan (University of North Carolina, Chapel Hill) en collega’s hebben een studie uitgevoerd om vast te stellen of het tijdsinterval tussen de excisieprocedure en definitieve minimale invasieve chirurgie (MIS) voor cervixcarcinoom van invloed is op het risico van chirurgische complicaties in de dertig dagen na de MIS. De studie is online gepubliceerd in Gynecologic Oncology.¹ De retrospectieve studie is uitgevoerd in een cohort van patiënten met een diagnose cervixcarcinoom tussen januari 2000 en juli 2015, die cervixexcisie ondergingen gevolgd door MIS binnen negentig dagen.

Het cohort bestond uit 138 patiënten, van wie 46 (33%) definitieve chirurgie ondergingen binnen zes weken na de excisie (‘vroege chirurgie’), en 92 (67%) tussen zes weken en drie maanden (‘late chirurgie’). De mediane leeftijd was 42 jaar (range 23 tot 72 jaar), en de mediane body mass index was 28 kg/m² (range 16 tot 50 kg/m²). Van de geïnventariseerde demografische en chirurgische factoren verschilde alleen roken tussen beide groepen; de groep met late chirurgie omvatte meer niet-rooksters dan de groep met vroege chirurgie (p=0,04). Na correctie voor relevante demografische en chirurgische factoren hadden de patiënten in de groep met vroege chirurgie een ruim tweemaal hogere waarschijnlijkheid van chirurgische complicaties binnen dertig dagen (gecorrigeerd RR 2,6; p=0,02). Ook als de analyse werd beperkt tot alleen vrouwen die een radicale procedure ondergingen bleef het dertig-dagen risico van complicaties verhoogd in de groep met vroege chirurgie (RR 2,56; p=0,01).

De onderzoekers concluderen dat definitieve MIS voor cervixcarcinoom binnen zes weken na cervixexcisie geassocieerd is met verhoogd risico van chirurgische complicaties binnen dertig dagen na de MIS.

1.Sullivan SA, Clark LH, Staley AS et al. Association between timing of cervical excision procedure to minimally invasive hysterectomy and surgical complications. Gynecol Oncol 2016; epub ahead of print