
De studie, uitgevoerd in 33 centra in de Verenigde Staten, includeerde volwassen patiënten met BCG-onresponsief NIMBC en een ECOG performance status 2 of beter. Exclusiecriteria waren urinewegziekte, lymfovasculaire invasie, micropapillaire ziekte, en hydronefrose. De patiënten kregen intravesicaal 75 ml nadofaragene firadenovec (3 x 1011 virusdeeltjes per ml) bij aanvang, en in afwezigheid van hooggradig recidief, opnieuw na drie, zes, en negen maanden. Het primaire eindpunt van de studie was complete respons in patiënten met carcinoom in situ, met als nulhypothese complete respons in 27% of minder op enig moment na de toediening. De studie is ongoing, met geplande behandeling gedurende vier jaar.
De studie includeerde 151 patiënten die aan de inclusiecriteria voldeden en tenminste één dosis van de studiemedicatie kregen. Onder de 103 patiënten met carcinoom in situ waren er 55 (53,4%) met complete respons binnen drie maanden. De repons bleef gedurende twaalf maanden behouden in 25 van 55 patiënten (45,5%). Mictie-urgentie was de meest-gerapporteerde graad 3 adverse event (1% van de patiënten). Er waren geen graad 4 of 5 AEs.
De onderzoekers concluderen dat intravesicaal nadofaragene firadenovec voor BCG-onresponsief NIMBC werkzaam was met een gunstige profijt-risico-verhouding.
1.Boorjian SA, Alemozaffar M, Konety BR et al. Intravesical nadofaragene firadenovec gene therapy for BCG-unresponsive non-muscle-invasive bladder cancer: a single-arm, open-label, repeat-dose clinical trial. Lancet Oncol 2020; epub ahead of print
Summary: A single-arm phase 3 study at 33 centers in the USA found that intravesical nadofaragene firadenovec gene therapy was efficacious, with a favorable benefit/risk-ratio, in patients with BCG-unresponsive NMIBC.