
De analyse includeerde 1470 patiënten met gelokaliseerd RMS (leeftijd 21 jaar of jonger). De mediane follow-up was 6,5 jaar (IQR 3,3-9,5). Er waren 910 patiënten (62%) die RT ondergingen. Het vijf-jaars gebeurtenisvrije-overlevings (EFS)-percentage was 71% onder de bestraalde patiënten versus 69% onder de niet-bestraalde patiënten. Het vijf-jaars percentage met lokale controle (LC) in beide groepen was 78% versus 73% (p=0,03). Vijfennegentig procent van de patiënten met IRS I-ziekte werden niet bestraald, resulterend in een vijf-jaars EFS-percentage van 87%. Bestraalde patiënten met IRS II-ziekte hadden verbeterde vijf-jaars LC (91% versus 80%; p=0,01). Onder patiënten met IRS III-ziekte hadden bestraalde patiënten betere vijf-jaars EFS (71% versus 56%; p=3,1 x e-6) en LC (76% versus 61%; p=4,1 x e-07). Protonradiotherapie, voornamelijk gebruikt voor tumoren in hoofd en hals, resulteerde in vergelijkbare EFS en LC als fotonradiotherapie.
De onderzoekers concluderen dat RT achterwege kan worden gelaten voor patiënten met IRS I-ziekte, en resulteert in betere EFS en LC onder patiënten met IRS II- en IRS III-ziekte.
1.Koscielniak E, Timmerman B, Münter M et al. Which patients with rhabdomyosarcoma need radiotherapy? Analysis of the radiotherapy strategies of the CWS-96 and CWS-2002P studies and SoTiSaR registry. J Clin Oncol 2023; epub ahead of print
Summary: Pooled analysis of two studies and a patient registry found that among patients with localized rhabdomyosarcoma, radiotherapy can be omitted for IRS I but improves event-free survival and local control for IRS II and III.