
De onderzoekers identificeerden in de nationale registers in beide landen 20.804 OTRs en 31.140 LDPs die ze volgden in de nationale kankerregisters. Ze berekenden de Standardized Incidence Ratios (SIRs) vergeleken met de algemene bevolking, en vonden voor beide landen en beide groepen patiënten consistent een verhoogde incidentie van niet-melanoom huidkanker (NMSC), non-Hodgkin lymfoom, en carcinomen van lip, nier, larynx, en schildklier. De SIR van alle typen maligniteiten tezamen bedroeg 3,5 (95%-bti 3,4-3,7) onder OTRs in Zweden; 2,9 (95%-bti 2,8-3,1) onder OTRs in Denemarken; en 1,6 (95%-bti 1,5-1,6) onder LDPs in beide landen. De SIR van NMSC bedroeg 44,7 (95%-bti 42,0-47,5) onder OTRs in Zweden; 41,5 (95%-bti 27,8-45,5) onder OTRs in Denemarken, en 5,3 (95%-bti 4,7-5,9) onder LDPs.
De onderzoekers concluderen dat immuunsuppressie geassocieerd is met verhoogd risico van specifieke maligniteiten. Mogelijke verklaringen zijn immuunsuppressie-verhoogde gevoeligheid en surveillance bias.
1.Hortlund M, Arroyo Mühr LS, Storm H et al. Cancer risks after solid organ transplantation and after long-term dialysis. Int J Cancer 2016; epub ahead of print