Post-radiotherapie squameus celcarcinoom van de mondholte (OCSCC) is een niet ongebruikelijk secundair maligne neoplasme in overlevers van hoofd/hals-carcinoom die radiotherapie hebben ondergaan. De klinische, pathologische, en immuungerelateerde kenmerken van postradiatie OCSCC zijn niet diepgaand onderzocht, en er zijn slechts beperkte behandelopties. Een retrospectieve studie in het tertiaire Queen Elizabeth Hospital in Hong Kong heeft kenmerken en uitkomsten van postradiatie OCSCC vergeleken met die van sporadisch OCSCC. Dr. Ka-Man Cheung en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.¹


De studie includeerde 60 patiënten met postradiatie OCSCC, gematcht voor leeftijd, jaar van diagnose, geslacht, en anatomic subsites met 113 patiënten met sporadisch OCSCC. In de groep patiënten met postradiatie OCSCC had een hoger percentage N0 ziekte dan in de groep patiënten met sporadisch OCSCC (83,3% versus 49,6%) maar in de postradiatie OCSCC-groep waren het tien-jaars recidiefvrije overlevingspercentage (29,6% versus 52,4%; p=0,04) en het tien-jaars overall survival percentage (30,5% versus 52,3%) lager dan in de sporadische OCSCC-groep. Postradiatie OCSCC had vergeleken met sporadisch OCSCC meer ongunstige pathologische kenmerken (perineurale invasie en tumor budding), en hogere expressie van PD-1.

De onderzoekers concluderen dat postradiatie OCSCC vergeleken met sporadisch OCSCC onderscheiden pathologische kenmerken en slechtere uitkomsten had.

1.Chow JCH, Cheuk W, Cho WCS et al. Comparison of clinical outcomes, pathologic characteristics, and immune-related features of postradiation vs sporadic oral cavity squamous cell carcinoma. JAMA Network Open 2023;6:e2323890

Summary: A retrospective study at Queen Elizabeth Hospital (Hong Kong, China) compared characteristics and outcomes of postradiation versus sporadic oral cavity squamous cell carcinoma. Postradiation OCSCC demonstrated significantly higher risk of locoregional relapse and mortality versus sporadic OCSCC, despite a higher proportion of patients with N0 disease.