
Van de 1822 patiënten waren 1483 beschikbaar voor de analyse, onder wie 63,5% met een diagnose na begin 2001. De mediane leeftijd bij diagnose was 68,4 jaar. Van de M0-patiënten was 56,2% kliernegatief en had 48,5% T1-tumoren, kreeg 4% borstsparende chirurgie, 18% schildwachtklierbiopsie, 50% radiotherapie, 29,8% neoadjuvante of adjuvant chemotherapie, en 76,8% adjuvante endocriene therapie, vooral tamoxifen. Van de M0 tumoren was 84,8% ductaal invasief, 51,5% graad 2, 99,3% ER-positief, 81,9% PR-positief, en 96,9% AR-positief; had 61,1% lage Ki-67 expressie, was 41,9% luminal A-like, 48,6% luminal B-like/HER2-negatief, 8,7% HER2-positief, en 0,3% triple-negatief.
De mediane follow-up was 8,2 jaar voor alle patiënten. Er was een significante verbetering in de loop van de tijd in de leeftijdsgecorrigeerde mammacarcinoom-specifieke overleving. De mammacarcinoom-specifieke mortaliteit was hoger voor mannen jonger dan vijftig jaar. De overall survival en recidiefvrije overleving was beter voor highly-ER+ (p=0,001), highly-PR+ (p=0,002), en highly AR+ (p=0,019) ziekte. OS en RFS waren niet gecorreleerd met HER2-status, Ki67-expressie, IHC-subtypen, of graad.
De onderzoekers concluderen dat MaBC gewoonlijk ER-positief, PR-positief, en AR-positief , en luminal B-like/HER2-negatief is. Meer dan de helft van de patiënten had T1-tumoren, maar slechts 4% kreeg borstsparende chirurgie. Meer dan 90% had ER-hoog positieve ziekte, maar slechts 77% kreeg adjuvante endocriene therapie. ER, PR, en AR waren geassocieerd met OS en RFS, terwijl graad, Ki67, en IHC-subtypen dat niet waren. In de loop van de tijd werd een significante verbetering in overleving gezien.
1. Cardoso F, Bartlett JMS, Slaets L et al. Characterization of male breast cancer: Results of the EORTC 10085/TBCRC/BIG/NABCG International Male Breast Cancer Program. Ann Oncol 2017; epub ahead of print