Het is bekend dat er een associatie bestaat tussen gebruikelijke interstitiële pneumonie (UIP) en carcinogenese in de long. Prof. Hisao Asamura (Keio Universiteit, Tokio) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van kenmerken van patiënten met primair longadenocarcinoom (ADC) en UIP. De studie is online gepubliceerd in het Journal of Thoracic Oncology.¹ In een cohort van 2309 primair ADC-patiënten identificeerden de onderzoekers 44 patiënten met UIP-ADC (1,9%).

Tot de klinisch-pathologische kenmerken van UIP-ADC behoorden hogere leeftijd bij voorkomen, mannelijke predominantie, rookgeschiedenis, predilectie voor de lagere lob, grotere tumoromvang, hoge incidentie van invasie van lymfevaten, pleurale invasie en lymfekliermetastase, en slechte overleving. De doodsoorzaak van UIP-ADC patiënten werd in hoge mate beïnvloed door respiratoire complicaties. Onder patiënten met UIP-ADC is een hoge prevalentie van invasief mucineus-predominant (IMP) histologisch subtype. UIP-ADC patiënten hadden lagere EGFR- en hogere KRAS-mutatiepercentages dan patiënten met niet-UIP ADC.

De onderzoekers concluderen dat UIP-ADC geassocieerd is met een slechte prognose vanwege de hoge frequentie van perioperatieve complicaties, en niet in eerste instantie vanwege de maligniteit van de tumor.

1.Tsuta K, Masai K, Motoi N et al. Clinicopathological, immunohistochemical, and genetic features of primary lung adenocarcinoma occuring in the setting of usual interstitial pneumonia pattern. J Thorac Oncol 2016; epub ahead of print