Dr. Shlomit
Strulov Shachar (University of Northern Carolina, Chapel Hill) en collega’s
hebben een studie uitgevoerd van kenmerken van skeletspieren (SM) in patiënten
die eerstelijns taxaan-gebaseerde chemotherapie kregen voor metastatisch
mammacarcinoom (MBC), en van de associaties van deze kenmerken met uitkomsten.
De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Clinical Cancer Research.1 Deelneemsters aan de studie
waren veertig MBC-patiënten met een mediane leeftijd van 55 jaar (range 34-80).
Van de
patiënten was 58% bij aanvang van de behandeling sarcopeen, met een Skeletal
Muscle Index lager dan 41. Graad 3-4 toxiciteit werd gezien in 57% van de
sarcopene patiënten versus 18% van de niet-sarcopene patiënten (p=0,02).
Toxiciteit-gerelateerde hospitalisatie vond plaats in 39% van de sarcopene
patiënten versus 0% van de niet-sarcopene patiënten (p=0,005). Adverse events, gedefinieerd als graad
3-4 toxititeit of hospitalisatie of doseringsreductie of dosisvertraging,
werden gezien in 74% van de sarcopene patiënten versus 35% van de
niet-sarcopene patiënten (p=0,02). Lage Skeletal
Muscle Gauge was geassocieerd met graad 3-4 toxiciteit (p=0,04),
hospitalisatie (p=0,01), en tijd-tot-behandelfalen (p=0,03). Lage SMG was ook
borderline significant geassocieerd met overall
survival (p=0,07).
De
onderzoekers concluderen dat SM-kenmerken geassocieerd waren met
toxiciteit-uitkomsten en overleving in patiënten die eerstelijns
taxaan-gebaseerde chemotherapie kregen voor MBC.
1.Strulov Shachar S, Deal AM, Weinberg
M et al. Skeletal muscle measures as predictors of toxicity, hospitalization,
and survival in patients with metastatic breast cancer receiving taxane based
chemotherapy. Clin Cancer Res 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)