
De analyse includeerde 1290 gematchte vrouwen met een diagnose CBC (cases; CBC temminste een jaar na de eerste diagnose) of unilateraal BC (controls) tussen begin 1985 en eind 2000, met een leeftijd jonger dan 55 jaar bij de eerste diagnose (mediaan 47 jaar; IQR 42-51). Het risico van ER-positief CBC onder vrouwen met schadelijke ATM-varianten was ruim viermaal hoger dan onder vrouwen zonder deze varianten (RR 4,84; p=0,04); geen vrouwen met ER-negatief CBC hadden schadelijke ATM-varianten. Het risico van ER-positief CBC onder vrouwen met schadelijke varianten in BRCA2 (RR 5,88; p<0,001) of CHEK2 1100delC RR 6,06; p=0,02) was vijf- tot zesmaal hoger dan onder vrouwen zonder deze varianten. Het risico van ER-negatief CBC onder vrouwen met schadelijke BRCA1-varianten was ruim 26 maal hoger dan onder vrouwen zonder deze varianten (RR 26,16; p<0,001). De ER-status van het eerste primaire BC modificeerde de associaties tussen schadelijke kiemlijnvarianten en ontwikkeling van ER-specifiek CBC niet.
De onderzoekers concluderen dat in deze analyse schadelijke varianten in BC-gevoeligheidsgenen differentieel geassocieerd waren met ontwikkeling van ER-specifiek CBC.
1.Reiner AS, Watt GP, Malone KE et al. Breast cancer susceptibility gene sequence variations and development of contralateral breast cancer. JAMA Network Open 2024;7:2452158
Summary: Case-control analysis in the population-based WECARE cohort found that deleterious variants in breast cancer susceptibility genes were differentially associated with ER-specific CBC development.