Vergeleken
met andere subtypen mammacarcinoom is triple-negatief subtype (TNBC)
geassocieerd met meer agressief klinische beloop van de ziekte en vroeger
recidief. Er is weinig bekend over kenmerken en uitkomsten van TNBCs met
zeldzame histologie, gedefinieerd als minder dan 10% van alle mammacarcinomen:
medullair carcinoom (medC), adenoïd cystisch carcinoom (ACC), en metaplastisch
borstcarcinoom (MetC). Een analyse van de National
Cancer Database heeft deze kenmerken en uitkomsten geïnventariseerd. Dr.
Zeina Nahleh (Cleveland Clinic Florida, Weston) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1
In de NCDB
voor de periode van begin 2010 tot en met eind 2016 identificeerden de
onderzoekers 8479 patiënten met één van de drie histologietypen (gemiddelde
leeftijd 62,6 jaar; SD 14.3; 99,48% vrouwen). MetC was het meest-voorkomende
type in het cohort (81%) gevolgd door ACC (16%) en MedC (3%). MedC was
geassocieerd met presentatie op jongere leeftijd (mediaan 53 jaar; IQR 45-62),
vergeleken met 62 jaar (53-72) voor ACC en 63 jaar (52-74) voor MetC. Het
percentage tumoren met triple-negatieve immuunhistochemie liep uiteen van 22,4%
voor MedC en 48,1% voor ACC tot 53,0% voor MetC. Patiënten met ACC kregen
minder frequent radiotherapie en chemotherapie dan patiënten met MedC of MetC.
De vijf-jaars OS was superieur voor MedC (91,7%) en ACC (88,4%) vergeleken met
MetC (63,1%). Factoren geassocieerd met slechte prognose van MetC waren
gevorderd stadium, longmetastase, hogere leeftijd, en niet krijgen van
chemotherapie of radiotherapie.
De
onderzoekers concluderen dat MedC de meest voorkomende zeldzame histologie was
en dat MetC de slechtste uitkomsten had.
1.Elimimian EB, Samuel TA, Liang H et
al. Clinical and demographic factors, treatment patterns, and overall survival
associated with rare triple-negative breast carcinomas in the US. JAMA Network
Open 2021;4:e214123
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)