In patiënten die neoadjuvante systemtische therapie (NST) krijgen voor mammacarcinoom (BC), wordt pre- en post-NST MRI gebruikt voor het monitoren van de respons. De relevantie van MRI-gedetecteerde lesies in deze patiënten is niet duidelijk. Een retrospectieve studie van het NKI heeft de impact van pre-NST gedetecteerde additionele lesies op chirurgische behandeling en uitkomsten geïnventariseerd. Prof. Marie-Jeanne Vrancken Peeters en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.¹

Onder de 656 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2014 pre-NST MRI ondergingen waren er 206 (31%) met MRI-gedetecteerde additionele lesies: in 160 patiënten in de ipsilaterale borst en en 78 patiënten in de contralaterale borst. De figuur laat zien dat de meeste ipsilaterale lesies BI-RADS 5 waren en de meeste contralaterale lesies BI-RADS 3. Gericht ultrasound werd uitgevoerd in 56% van de patiënten, en biopsie in 28% van de ipsilaterale en 64% van de contralaterale borsten, met tumorfoci in 13% respectievelijk 14%. Chirurgische behandeling veranderde in 26% van de patiënten: 9% ondergingen mastectomie, 12% hadden grotere locale excisie, en 5% ondergingen contralaterale chirurgie. De vijf-jaars recidiefvrije overlevings- en overall survival percentages verschilden niet significant tussen de groepen met locale excisie versus mastectomie.

De onderzoekers concluderen dat pre-NST MRI resulteerde in detectie van additionele lesies in 31% van de patiënten, leidend tot meer-extensieve chirurgie in 26% van deze patiënten, waaronder contralaterale chirurgie in 5%.

1.Van Loevezijn AA, Winter-Warnars HAO, Hernández GS et al. Clinical impact of MRI-detected additional lesions in breast cancer patients with neoadjuvant systemic therapy at the Netherlands cancer institute. Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at the Netherlands Cancer Institute found that among patients receiving neoadjuvant systemic therapy (NST) for breast cancer, pre-NST MRI-detected additional lesions in 31% of patients, resulting in more extensive surgery in 26% of these patients, including contralateral surgery in 5%.