Identificatie
van subgroepen met verhoogd risico van melanoom kan bijdragen aan vroege
diagnose. De Australische observationele Melanoma
Patterns of Care Study inventariseerde klinische kenmerken van
melanoompatiënten. Dr. Caroline Watts (Sydney School of Public Health) en
collega’s publiceren uitkomsten van de studie online in JAMA
Dermatology.1
De studie includeerde
2727 patiënten met in situ of invasief primair melanoom. Op basis van rapporten
van hun behandeleaars werden 1052 patiënten (39%) gedefinieerd als hoog-risico,
vanwege familiegeschiedenis, geschiedenis van meerdere primaire melanomen, of
veel naevi. Vergeleken met de 1675 laag-risicopatiënten had de hoog-risicogroep
een lagere leeftijd bij diagnose (62 jaar versus 65 jaar; p<0,001), maar de
leeftijd bij diagnose verschilde voor de verschillende risicofactoren: 56 jaar
voor patiënten met een familiegeschiedenis, 59 jaar voor patiënten met veel
naevi, en 69 jaar voor patiënten met een eerder melanoom. Deze
leeftijdsverschillen waren consistent voor alle melanoomlocaties. Onder de hoog-risicopatiënten
hadden de patiënten met veel naevi een
hogere waarschijnlijkheid van melanoom op de romp (41% versus 29%; p<0,001);
patiënten met familiegeschiedenis hadden een hogere waarschijnlijkheid van
melanoom op de ledematen (57% versus 42%; p<0,001); en patiënten met
persoonlijke geschiedenis hadden een hogere waarschijnlijkheid van melanoom op
hoofd en hals (21% versus 15%; p=0,003).
De
onderzoekers concluderen dat de risicofactorstatus kan worden gebruikt voor het
op individuen toesnijden van surveillanceprogramma’s en voorlichting over
zelfonderzoek van de huid.
1.Watts CG, Madronio C, Morton RL et
al. Clinical features associated with individuals at higher risk of melanoma. A
population-based sudy. JAMA Dermatol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)