PhD-student Lone Schøler (Universiteit van Aarhus, Denemarken) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de klinische relevantie van het monitoren van tumor-DNA in de circulatie (ctDNA) van CRC-patiënten. Ze publiceren de studie online in Clinical Cancer Research.¹ De longitudinale studie includeerde 45 patiënten na resectie voor CRC. De patiënten stonden tijdens de follow-up van drie jaar in totaal 371 plasmamonsters af, waarin de onderzoekers het gehalte van ctDNA bepaalden.

In longitudinaal verzamelde monsters van 27 patiënten vonden de onderzoekers ctDNA in alle patiënten met recidief (n=14) maar niet in één van de patiënten zonder recidief (n=13). Gemiddeld ging detectie van ctDN 9,4 maanden vooraf aan de diagnose van recidief met CT. Van de 21 patiënten die werden behandeld voor gelokaliseerde ziekte werd in zes ctDNA gedetecteerd binnen drie maanden na de chirurgie. Al deze patiënten recidiveerden; vergeleken met vier van de overige vijftien (HR 37,7; p<0,001). In 23 patiënten met levermetastasen voorspelde ctDNA-analyse recidief binnen drie maanden (HR 4,9; p=0,007). In negentien patiënten die behandelde werden voor recidief werden veranderingen in ctDNA-gehalten gezien die gecorreleerd waren met veranderingen in tumorvolume.

De onderzoekers concluderen dat detectie van ctDNA na chirurgie wijst op aanwezigheid van residuele ziekte en patiënten identificeert met hoog risico van recidief. Longitudinale ctDNA-surveillance maakt vroege detectie van recidief mogelijk en geeft informatie over respons op behandeling.

1.Schøler LV, Reinert T, Ømtoft M-BW et al. Clinical implications of monitoring circulating tumor DNA in patients with colorectal cancer. Clin Cancer Res 2017; epub ahead of print