Er is
toenemend inzicht in de associatie tussen KRAS-sequentievariantstatus
en klinische uitkomsten van colorectaalcarcinoom (CRC). Een analyse van
gegevens in de SEER-database heeft de associatie van leeftijd bij diagnose, locatie
van de tumor, en KRAS-varianten met
overleving in CRC-patiënten onderzocht. Dr. Mayada Aljehani (Ellison Institute
of Technology, Los Angeles CA) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network
Open.1
De
onderzoekers identificeerden in de database 21.661 patiënten (gemiddelde
leeftijd bij diagnose 62 jaar) met een CRC-diagnose tussen begin 2010 en eind
2015. Er waren 3842 patiënten met young-onset
(YO; gediagnostiseerd voor de leeftijd 50 jaar) CRC, onder wie 1546 met KRAS-varianten, en 17.819 patiënten met late-onset (LO; diagnose op leeftijd 50
jaar of ouder) CRC, onder wie 7311 patiënten met KRAS-varianten. De figuur laat zien dat er een significant verschil was in mediane
ziektespecifieke overleving tussen variant versus wildtype KRAS: YO 3,0 jaar versus 3,5 jaar (p=0,02); en LO 2,5 jaar versus
3,4 jaar (p<0,001). Deze figuur laat zien dat onder YO-patiënten de mortaliteitrisico’s van rechts
naar links toenamen en dat deze trende niet onder LO-patiënten werd gezien.
De
onderzoekers concluderen dat onder YO- en LO-CRC patiënten KRAS-varianten geassocieerd waren met hogere mortaliteit. Onder
YO-patiënten was het KRAS-geassocieerde
mortaliteitsrisico hoger onder patiënten met distale tumoren dan onder
patiënten met proximale tumoren.
1.Aljehani
MA, Bien J, Lee JSH et al. KRAS
sequence variation as prognostic marker in patients with young- vs late-onset
colorectal cancer. JAMA Network Open 2023;6:e2345801
Summary: Analysis of the SEER database
showed that among CRC patients, KRAS
sequence variation was associated with increased mortality in both young-onset
as late-onset patients. In YO cancer, variant KRAS-associated mortality risk was higher in distal tumors than
proximal tumors.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)