Er is
behoefte aan biomarkers van respons op behandeling van hoofd-hals squameus
celcarcinoom om geïndiviualiseerde behandeling te faciliteren. De KRAS-variant is een kiemlijnmutatie in
een microRNA-bindingsplaats van KRAS.
Prof. Joanne Weidhaas (University of California, Los Angeles) en collega’s hebben
onderzocht of de KRAS-variant
geassocieerd is met respons van lokaal-gevorderd HNSCC op cetuximab en met
veranderde immuniteit in de setting van radiotherapie en
cisplatine-behandeling. De studie is online gepubliceerd in JAMA
Oncology.1
De
onderzoekers voerden een secundaire analyse uit van de fase 3-studie RTOG 0522,
die 891 patiënten met gevorderd HNSCC randomiseerde naar cisplatine en
radiotherapie met of zonder cetuximab. Er waren 413 patiënten met monsters voor
het bepalen van de KRAS-variant, van
wie 70 KRAS-variant positief waren
(16,9%). De KRAS-variant was
geassocieerd met profijt van cetuximab, zowel voor progressievrije overleving
in het eerste jaar van behandeling (HR 0,31; p=0,04) maar niet daarna, als voor
overall survival in de eerste twee
jaar (HR 0,19; p=0,03) maar niet daarna.
In de
patiënten die geen cetuximab kregen was een positieve p16-status gecombineerd
met de KRAS-variant geassocieerd met
slechtere PFS vergeleken met positieve p16
status gecombineerd met KRAS-variant negativiteit (HR 2,59; p=0,07). Er was voor
impact op OS een significante (p=0,02) drievoudige interactie tussen KRAS-variant, p16-status, en behandeling:
KRAS-variant, cetuximab en
p16-positief HR 0,22 (95%-bti 0,03-1,66); KRAS-variant,
cetuximab en p16-negatief HR 1,43 (95%-bti 0,48-4,26); KRAS-variant, geen cetuximab en p16-positief HR 2,48 (95%-bti
0,64-9,65); en KRAS-variant, geen
cetuximab en p16-negatief HR 0,61; 95%-bti 0,23-1,59). Patiënten met de
KRAS-variant hadden significant verhoogde plasmaniveaus van TGF-β1 (p=0,03) en
slechtere behandeling-gerelateerde toxiciteit.
De
onderzoekers concluderen dat HNSCC-patiënten met de KRAS-variant significant profijt hebben van toevoeging van
cetuximab aan radiotherapie plus cisplatine, en dat er een significante
interactie is tussen de KRAS-variant
en p16-status. De studie suggereert dat cetuximab bijdraagt aan het tegengaan
van door TGF-β1 geïnduceerde suppressie van antitumorimmuniteit.
1.Weidhaas
JB, Harris J, Schaue D et al. The
KRAS-variant and cetuximab response in head and neck squamous cell cancer: A secondary
analysis of a randomized clinical trial. JAMA Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)