Tamoxifen
draagt bij aan preventie van mammacarcinoom in hoog-risico vrouwen. Verlaging
van mammografische dichtheid is een proxy voor respons op tamoxifentherapie. De
gerandomiseerde fase 2-studie KARISMA in Zweden heeft de effecten van lagere
dan standaard-dosering tamoxifen op de verandering van mammografische dichtheid
onderzocht. Prof. Per Hall (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s
publiceren de studie in het Journal of Clinical
Oncology.1
KARISMA
includeerde 566 pre- en 873 postmenopauzale vrouwen in de leeftijd van 40 tot
75 jaar. Ze werden voor de duur van zes maanden gerandomiseerd naar zes armen:
placebo, tamoxifen 1 mg/d, tamoxifen 2,5 mg/d, tamoxifen 5 mg/d, tamoxifen 10
mg/d, en tamoxifen 20 mg/d. Het primaire eindpunt van de studie was verandering
in mammografische dichtheid, met noninferioirteits-marge 17% versus 20 mg/d. In
de 20 mg-groep nam de mammografische dichtheid af met mediaan 10,1%. In de
groepen met 2,5, 5, en 10 mg was onder de premenopauzale deelneemsters de
afname van de mammografische dichtheid niet-inferieur aan die in de 20 mg/d-groep.
In deze drie groepen was het voorkomen van ernstige vasomotorische klachten
ongeveer 50% lager dan in de 20 mg/d-groep.
De
onderzoekers concluderen dat onder premenopauzale vrouwen tamoxifen 2,5 mg/d vergeleken
met 20 mg/d resulteerde in niet-inferieure afname van de mammografische
dichtheid en in belangrijke afname van vasomotorische klachten. Nadere studie
moet uitwijzen of de lage dosering tamoxifen ook het risico van primair
mammacarcinoom verlaagt.
1.Eriksson
M, Eklund M, Birgquist S et al. Low-dose
tamoxifen for mammographic density reduction: a randomized controlled trial. J
Clin Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: The
randomized phase II KARISMA study in Sweden found that premenopausal women receiving
2.5 mg of tamoxifen daily compared with women receiving 20 mg had noninferior
breast density decrease and fewer side effects.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)