De chirurgische behandelingen voor vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC) zijn borstsparende chirurgie met gehele-borst radiotherapie (BCS-WBRT) en totale mastectomie (TM) zonder WBRT. Een retrospectieve studie in Taiwan heeft de incidentie van stemmingsstoornis (mood disorder; MD) in de tien jaar na de chirurgie geïnventariseerd. Dr. Dai-Wei Liu (Tzu Chi Ziekenhuis, Hualien) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.¹

In de National Health Insurance Reseach Database over de periode van begin 2000 tot eind 2013 identificeerden de onderzoekers 876 EBC-patiënten die BCS-WBRT ondergingen en 1949 patiënten die TM ondergingen. Na propensity score matching bestonden beide groepen uit 876 patiënten. De tien-jaars incidentie van MD was lager in de BCS-WBRT groep dan in de TM-groep: in multivariate analyse aHR 0,69; p<0,001). Vooral depressie was minder frequent in de BCS-WBRT groep dan in de TM-groep (p=0,004).



De onderzoekers concluderen dat onder EBC-patiënten BCS-WBRT geassocieerd was met een lagere tien-jaars incidentie van MD dan TM zonder WBRT.

1.Liao Y-H, Lai J-N, Hsu R-J et al. Breast-conserving surgery with whole breast radiation therapy has a subsequent lower mood disorder incidence rate than total mastectomy in early-stage breast cancer patients: a nationwide population-based longitudinal study. Breast Cancer Res Treat 2022; epub ahead of print

Summary: A nationwide retrospective study in Taiwan found that among early-stage breast cancer patients, the incidence of mood disorder over a 10-year period was lower after breast-conserving surgery with whole breast radiation therapy than after total mastectomy without WBRT.