
De studie includeerde alle vrouwen in drie regio’s in Zweden met een nieuwe BC-diagnose tussen begin 1992 en eind 2012 (n=60.217) en voor leeftijd gematchte vrouwen zonder BC (n=300.791). Vrouwen met bij diagnose metastatisch BC werden uit de analyse geëxcludeerd. In de analyses werd gecorrigeerd voor eerdere IHD-diagnose, comorbiditeit, en opleidingsniveau. De figuur toont de cumulatieve incidentie van IHD in verschillende groepen. In de groep van alle BC-patiënten tezamen was het IHD-risico lager dan in de groep vrouwen zonder BC (HR 0,91; 95%-bti 0,88-0,95). Het IHD-risico was het hoogst in de groep BC-patiënten die geen RT hadden gekregen. Vrouwen die RT hadden gekregen voor linkszijdig BC hadden een verhoogd risico van IHD vergeleken met vrouwen die RT hadden gekregen voor rechtszijdig BC (HR 1,18; 95%-bti 1,06-1,31).
De onderzoekers concluderen dat vrouwen die tussen 1992 en 2013 (in de era van 3DCRT) RT kregen voor linkszijdig BC een verhoogd IHD-risico hadden vergeleken met vrouwen die RT kregen voor rechtszijdig BC. De resultaten van de studie onderstrepen de behoefte aan verdere ontwikkeling van RT-technieken die stralingsdoseringen naar het hart verminderen zonder de gunstige RT-effecten te verminderen.
1.Wennstig A-K, Wadsten C, Garmo H et al. Long-term risk of ischemic heart disease after adjuvant radiotherapy in breast cancer: results from a large population-based cohort. Breast Cancer Res 2020; epub ahead of print
Summary: A population-based cohort study in Sweden found women with breast cancer (1992-2012) had a lower risk of ischemic heart disease compared to women without breast cancer (HR 0.91; 95% CI 0,88-0.95). Women given RT for left-sided BC had an increased risk of IHD compared to women given RT for right-sided BC (HR 1.18; 95% CI 1.06-1.31).