Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Lange-termijn risico van recidief na borstsparende chirurgie versus mastectomie is leeftijdsafhankelijk

(0)2016-04-30 12:03   ( Nieuws )

Tags

mammacarcinoom  

Dr. Tinne LaurbergGisteren begon in Turijn ESTRO 35, de Annual Meeting van de European Society for Radiotherapy & Oncology. Vandaag presenteert dr. Tinne Laurberg (Universiteit van Aarhus) daar uitkomsten van een studie van het lange-termijn risico van lokaal recidief na borstsparende chirurgie (BCT) plus radiotherapie versus mastectomie voor mammacarcinoom.1 Deelneemsters aan de studie waren patiënten die tussen 1989 en 1998 waren gediagnostiseerd met laag-risico mammacarcinoom (lymfeklier-negatief; tumorgrootte kleiner dan 5 cm). Ze werden behandeld met BCT+RT (n=364) of mastectomie (n=712); ze kregen geen systemische behandeling.

Na twintig jaar follow-up bedroeg het cumulatief risico van lokaal recidief 18% na BCT (n=66) en 6,7% na mastectomie (n=55). Het patroon van ontwikkeling van lokaal recidief was afhankelijk van leeftijd (jonger dan 46 jaar versus ouder dan 45 jaar) en behandeling. De oudere mastectomiepatiënten ontwikkelden alleen zeer vroeg lokaal recidief (binnen vijf jaar na de behandeling). De jongere mastectomiepatiënten ontwikkelde lokaal recidief tussen nul en tien jaar na de behandeling. Jongere en oudere BCT-patiënten ontwikkelden lokaal recidief gedurende de volledige follow-up.

Onder jongere patiënten was BCT versus mastectomie geassocieerd met een 13% hoger risico van lokaal recidief over twintig jaar (95%-bti 4,8-20%), en was lokaal recidief een prognostische marker voor recidief op afstand (HR 2,0; 95%-bti 1,3-3,1). Onder jongere patiënten was BCT versus mastectomie geassocieerd met verhoogd risico van mammacarcinoomspecifieke mortaliteit (HR 1,6; 95%-bti 1,0-2,5) en all-cause mortaliteit (HR 1,7; 95%-bti 1,1-2,6). Onder oudere patiënten was lokaal recidief niet prognostisch voor twintig-jaars recidief op afstand (HR 0,9; 95%-bti 0,3-2,2) en was lokale behandeling niet geassocieerd met mammacarcinoomspecifieke mortaliteit (HR 0,8; 95%-bti 0,5-1,2).

De onderzoekers concluderen dat in de groep patiënten die mastectomie kregen al het lokaal recidief optrad binnen tien jaar na de behandeling. In de BCT-groep trad lokaal recidief op gedurende de volledige follow-up van twintig jaar. Onder jongere patiënten, maar niet onder oudere patiënten, was lokaal recidief geassocieerd met distante metastase, en was BCT geassocieerd met significant hogere mortaliteit.

1.ESTRO Annual Meeting 2016; abstr. OC-0052


Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren