![Dr. Christopher Weldon](https://www.dana-farber.org/uploadedImages/Pages/Find_a_Doctor/weldon_christopher_1.jpg)
De zelf-gerapporteerde incidentie van late VTE was 1,1 gebeurtenissen per 1000 persoonsjaren onder de patiënten en 0,5 gebeurtenissen per 1000 persoonsjaren onder de siblings (rate ratio 2,2; 95%-bti 1,7-2,8) met 2,5 excess gebeurtenissen per 100 overlevers ouder dan 35 jaar. Een van de risicofactoren voor VTE onder de overlevers was blootgestaan hebben aan cisplatine. Versus geen cisplatineblootstelling was blootstelling aan 1 tot 200 mg/m2 geassocieerd met RR 3,0 (95%-bti 1,4-6,5), blootstelling aan 200 tot 400 mg/m2 met RR 1,9 (95%-bti 1,0-3,6), en blootstelling aan 400 mg/m2 of meer met RR 2,0 (95%-bti 1,2-3,3). Blootstelling aan L-asparaginase was geassocieerd met RR 1,3 (95%-bti 1,0-1,7), vrouwelijk geslacht met RR 1,3 (95%-bti 1,1-1,6), ondergewicht met RR 2,4 (95%-bti 1,7-3,4), obesitas met RR 1,6 (95%-bti 1,2-2,0), en laat recidief of nieuw maligne neoplasme met RR 4,6 (95%-bti 3,6-5,8). Onder overlevers van osteosarcoom van de benen waren limb salvage en cisplatineblootstelling onafhankelijk geassocieerd met late VTE. Late VTE was geassocieerd met verhoogde mortaliteit (RR 1,9; 95%-bti 1,6-2,3).
De onderzoekers concluderen dat overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd een levenslang verhoogd risico van VTE hebben, en dat een diagnose VTE in deze populatie geassocieerd is met verhoogde mortaliteit.
1.Madenci AL, Weill BR, Liu Q et al. Long-term risk of venous thromboembolism in survivors of childhood cancer: a report from the Childhood Cancer Survivor Study. J Clin Oncol 2018; epub ahead of print
Summary: A report from the Childhood Cancer Survivor Study showed that childhood cancer survivors are at increased risk for venous thromboembolism across their lifespan, and a diagnosis of VTE increases mortality risk.