
ABCSG-18, uitgevoerd in 58 centra, randomiseerde 3425 postmenopauzale vrouwen met vroeg-stadium HR-positief mammacarcinoom naar toevoeging van subcutaan denosumab 60 mg of placebo iedere zes maanden aan AI-therapie. Het primaire eindpunt was tijd tot eerste klinische fractuur. De mediane follow-up ten tijde van de nu gepubliceerde analyse was 8 jaar (IQR 6,0-9,6) Panel D laat zien dat elf jaar na randomisatie klinische fracturen waren waargenomen in 15,9% van de patiënten in de denosumabgroep versus 19,2% in de placebogroep (HR 0,76; 95%-bti 0,63-0,92). Panels A, B, en C laten zien dat de ziektevrije overleving, botmetastasevrije overleving, en overall survival eveneens beter waren met denosumab dan met placebo. Er waren geen nieuwe toxiciteiten van adjuvant denosumab.
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van denosumab aan adjuvante AI-therapie voor postmenopauzaal HR-positief vroeg-stadium mammacarcinoom resulteerde in verlaging van het risico van klinische fracturen en verlenging van DFS, BMFS, en OS.
1.Gnant M, Frantal S, Pfeiler G et al. Long-term outcomes of adjuvant denosumab in breast cancer. NEJM Evidence 2022; epub ahead of print
Summary: The phase 3 ABCSG-18 study in Austria evaluated addition of denosumab versus placebo as an adjuvant to AI therapy for postmenopausal HR-positive early-stage breast cancer. Long-term follow- up of the study (median 8 years; IQR 6-9.6) showed that disease-free survival, bone metastasis-free survival, overall survival, and time to first clinical fracture were better with denosumab compared to placebo.