De studie includeerde vrouwen met PVs in BRCA1 (n=1674), BRCA2 (n=1740), of beide (n=9) en een diagnose van mammacarcinoom als eerste primaire maligniteit tussen 1995 en 2019, met een mediane duur van follow-up van 5,5 jaar (IQR 3,4-8,2). Uptake van BSO was 50,8% respectievelijk 57,5% en 33,3% in de drie groepen. BSO was geassocieerd met verlaagd risico van all-cause mortaliteit (HR 0,52; 95%-bti 0,41-0,64) en mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (BRCA1: 0,62; 0,42-0,92 en BRCA2 0,48; 0,34-0,68) en van tweede niet-mammacarcinoom (0,59; 0,37-0,94). BSO was niet geassocieerd met verhoogd risico van cardiovasculaire ziekte (HR 0,73; 95%-bti 0,53-1,01), ischemische hartziekte (1,04; 0,48-2,26), cerebrovasculaire ziekte (0,32; 0,11-0,90), niet-mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (0,72; 0,45-1,16), contralateraal mammacarcinoom (1,18; 0,64-2,16), of depressie (0,94; 0,62-1,42).
De onderzoekers concluderen dat deze gegevens het aanbieden van BSO aan BRCA1/2 PV-dragers met mammacarcinoom steunen.
1.Hassan H, Allen I, Rahman T et al. Long-term health outcomes of bilateral salpingo-oophorectomy in BRCA1 and BRCA2 pathogenic variant carriers with personal history of breast cancer; a retrospective cohort study using linked electronic health records. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print
Summary: A retrospective study in the UK found that among BRCA1/2 pathogenic variant carriers with a personal history of breast cancer, bilateral salpingo-oophorectomy was associated with reduced risk of all-cause mortality without evidence of an increased risk of adverse long-term health outcomes.