De fase
3-studie IRIS randomiseerde vanaf juni 2000 nieuw-gediagnostiseerde CML-patiënten
van 177 centra in zestien landen naar interferon-alfa plus cytarabine
chemotherapie (IFNα+C; n= 553) of imatinib (n=553). In 2003 werd gepubliceerd
dat imatinib versus IFNα+C resuilteerde in een hoger percentage van de
patiënten met complete cytogenetische respons: na achttien maanden 76,2% versus
14,5%. In de imatinib-am werden ook minder bijwerkingen gezien. De meerderheid
van de patiënten (n=363; 65,6%) in de IFNα+C-arm ging over naar imatinib na
mediaan 0,8 jaar.
Prof.
Andreas Hochhaus (Universitätsklinikum Jena) en collega’s publiceren vandaag in
The New England Journal of Medicinelange-termijn uitkomsten
uitkomsten van IRIS, na mediaan 10,9 jaar follow-up, met focus op de
imatinib-arm.1 Deze figuur
Deze figuur toont de overall survival
in beide armen, waarbij de curve voor de IFNα+C-arm ook data omvat van de patiënten
die overgingen op imatinib. In de imatinib-arm was de tien-jaars overall survival 83,3%. Bijna de helft
van de patiënten (48,3%) werd in 2012 nog met imatinib behandeld, van wie 82,8%
complete cytogenetische respons had. Ernstige bijwerkingen waren ‘uncommon’ en traden vooral tijdens het
eerste jaar van de behandeling op.
De
onderzoekers concluderen dat na bijna elf jaar follow-up de werkzaamheid van
imatinib gehandhaafd bleef en dat lange-termijn gebruik van imatinib niet
geassocieerd was met toxiciteit. Deze Quick Take Video vat de publicatie samen.
1. Hochhaus A, Larson RA, Guilhot F et al. Long-term
outcomes of imatinib treatment for chronic myeloid leukemia. N Engl J Med
2017;376:917-927
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)