
De studie includeerde 318 EOCS van 25 GINECO-centra, en 318 controlevrouwen in de algemene bevolking. De EOCS waren gemiddeld 63 jaar oud, met FIGO-stadium I/II (50%) of III/IV (48%). Vrijwel alle EOCS (99%) hadden platina- en taxaanchemotherapie gehad. De gemiddelde follow-up was zes jaar na de behandeling. De deelneemsters beantwoordden vragenlijsten over vermoeidheid (FACIT-F), QOL (FACT-G/O), neurotoxiciteit (FACT-Ntx), angst/depressie (HADS), slaapstoornis (ISI) en fysieke activiteit IPAQ). Ernstige LTF werd gedefinieerd als FACIT-F score lager dan 37/52.
Er waren geen verschillen tussen de beide groepen in sociaal-demografische kenmerken en algemene QOL. De EOCS hadden slechtere scores voor FACIT-F (40 versus 45; p<0,001), functioneel welzijn (18 versus 20; p=0,0002), FACT-O (31 versus 34; p<0,0001), en FACT-Ntx (35 versus 39; p<0,001). De EOCS rapporteerden ook meer ernstige LTF (26% versus 13%; p=0,0004), slechte slaapkwaliteit (63% versus 47%; p=0,0003), en depressie (22% versus 13%; p=0,01). Minder dan 20% van EOCS en van de controlevrouwen rapporteerden regelmatige fysieke activiteit. In multivariate analyse hadden EOCS met hoge niveaus van depressie, neurotoxiciteit, en slaapstoornis een verhoogd risico van het ontwikkelen van ernstige LTF (p<0,01).
De onderzoekers concluderen dat EOCS vergeleken met controlepersonen vergelijkbare algemene QOL hadden maar persistente LTF, EOC-gerelateerde symptomen, neurotoxiciteit, depressie, en slaapstoornis rapporteerden.
1.Joly F, Ahmed-Lecheheb D, Kalbacher E et al. Long-term fatigue and quality of life among epithelial ovarian cancer survivors: a GINECO case/control VIVROVAIRE I study. Ann Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: The French multicenter case-control study VIVROVAIRE I found that compared to controls, long-term survivors of epithelial ovarian cancer had similar quality of life, but persistent worse fatigue, EOC-related symptoms, neurotoxicity, depression, and sleep disturbance.