
LM werden gediagnostiseerd in 184 van deze patiënten (3,4%). Patiënten met EGFR-gemuteerd NSCLC hadden significant meer frequent LM (9,4%) dan patiënten met EGFR-wildtype NSCLC (1,7%; p<0,001). De mediane overall survival na de diagnose LM was 8,7 maanden (95%-bti 7,3-10,1 maanden). Onder de 109 LM-patiënten met gebruikelijke EGFR-mutaties was de mediane OS 10,0 maanden in de groep van 88 patiënten die EGFR-TKI behandeling kregen versus 3,3 maanden in de groep van 21 patiënten die geen EGFR-TKI behandeling kregen (p<0,001). Toevoeging van whole brain radiotherapy aan de behandeling leidde niet tot extra overlevingswinst. In multivariate analyse was TKI-therapie een onafhankelijke voorspeller van OS (HR 0,218; p<0,001).
De onderzoekers concluderen dat LM meer frequent waren in patiënten met EGFR-gemuteerd NSCLC dan in patiënten met EGFR-wildtype NSCLC. EGFR-TKI, maar niet WBRT, was geassocieerd met betere overleving van LM-patiënten.
1. Li YS-, Jiang B-Y, Yang J-J et al. Leptomeningeal metastases in non-small cell lung cancer patients with EGFR mutations. J Thorac Oncol 2016; epub ahead of print