Overlevers
van Ewing sarcoom hebben een verhoogd risico van behandelingsgerelateerde
complicaties. Dr. Neyssa Marina (Stanford University CA) en haar collega’s van de
Childhood Cancer Survivor Study groep
hebben een analyse uitgevoerd van het verloop van de incidentie van morbiditeit
en van de mortaliteit met de leeftijd. Ze publiceren de analyse online in Cancer.1
De onderzoekers inventariseerden uitkomsten van 404 tenminste vijf-jaar Ewing sarcoma survivors (ESSs) die
tussen 1970 en 1986 behandeld waren.
De mediane
leeftijd van de ESSs bij laatste follow-up was 34,8 jaar (range 9,1 tot 54,8
jaar). De 35-jaars overleving was 70%. De meest-gerapporteerde doodsoorzaak was
laat recidief (cumulatieve incidentie na 35 jaar 15,1%), gevolgd door behandelingsgerelateerde
oorzaken (11%). Er waren 53 patiënten met subsequent neoplasms (SNs; cumulatieve incidentie na 35 jaar 24,0%) waarvan 38
maligne waren (14,3% na 35 jaar). De Standardized
Incidence Ratios vergeleken met de algemene bevolking waren 377,1 voor
osteosarcoom; 29,9 voor AML; 14,9 voor mammacarcinoom; en 13,1 voor schildkliercarcinoom.
De meest voorkomende chronische aandoeningen
chronische aandoeningen waren musculoskeletaal en cardiaal. Vijfendertig jaar
na de diagnose was de cumulatieve incidentie van any chronic condition 84,6% en van twee of meer chronische
aandoeningen 73,6%.
De
onderzoekers concluderen dat er bij lange follow-up geen aanwijzingen zijn dat in
ESSs het risico van late mortaliteit en SNs een plateau bereikt. Behandelingsgerelateerde
chronische aandoeningen kunnen jaren na de therapie tot ontwikkeling komen.
1.Marina NM, Liu Q, Donaldson SS et
al. Longitudinal follow-up of adult survivors of Ewing sarcoma: A report from
the Childhood Cancer Survivor Study. Cancer 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)