
De analyse heeft betrekking op gegevens van 1402 deelnemers aan drie klinische studies. De deelnemers waren patiënten met nieuw-gediagnostiseerd CML in chronische fase (CML-CP), CML-CP refractair of intolerant tegen imatinib (previously treated CML-CP), en CML in geacceleerde (CML-AP) of myeloïde blastenfase (CML-MBP). Lymfocytose werd gezien in 32% tot 35% van de patiënten, en hield langer dan twaalf maanden aan. Dit werd niet gezien bij behandeling met imatinib. In alle CML-stadia was het ontwikkelen van lymfocytose geassocieerd met meer kans op het bereiken van complete cytogenetische respons, en in CML-CP was lymfocytose geassocieerd met meer kans op het bereiken van majeure en diepe moleculaire responsen. Deze figuur toont de associaties van dasatinib-geïnduceerde lymfocytose met progressievrije overleving en overall survival. In voorheen-behandeld CML-CP was dasatinib-geïnduceerde lymfocytose geassocieerd met significant betere PFS en OS. In patiënten met lymfocytose werd significant vaker pleurale effusie gezien.
De onderzoekers concluderen dat lymfocytose vaak en langdurig werd gezien in dasatinib-behandelde patiënten in alle CML-fasen, en geassocieerd was met gunstige uitkomsten. Dit suggereert een immuunmodulerend effect van dasatinib dat in prospectieve studies onderzocht dient te worden.
1.Schiffer CA, Cortes JE, Hochhaus A et al. Lymphocytosis after treatment with dasatinib in chronic myeloid leukemia: effects on response and toxicity. Cancer 2016; epub ahead of print