Dr. Eileen
Connolly (Columbia University, New York) en collega’s hebben onderzocht of
lymfovasculaire invasie (LVI) een onafhankelijke voorspeller is van de
overleving van vrouwen die neoadjuvante chemotherapie (NAC) krijgen voor
invasief mammacarcinoom (BC). Ze publiceren de uitkomsten van de retrospectieve analyse online in Breast Cancer Research and Treatment.1 De analyse is
gebaseerd op gegevens van 166 vrouwen met operabel invasief BC die tussen 2000
en 2014 in New York adriamycine- en taxaan-gebaseerde NAC kregen.
LVI in
excisieweefsel na NAC werd gezien in 74 patiënten (45%). De mediane follow-up
was 31 maanden (range 1,4 tot 153 maanden) met 56 recidieven en 24 deaths from any cause. In univariate
analyse was LVI geassocieerd met slechtere progressievrije overleving (HR 3,37;
p<0,01) en slechtere overall survival
(HR 4,35; p<0,01). Ook in multivariate analyse na correctie voor BC-subtype
was LVI geassocieerd met slechtere PFS (HR 3,76; p<0,01) en slechtere OS (HR
5,70; p<0,01). De meest gunstige PFS en OS werden gezien in vrouwen met
HR-positief of HER2-positief BC zonder LVI, en de minst gunstige PFS en OS in vrouwen
met LVI en TNBC.
De
onderzoekers concluderen dat LVI een belangrijke prognostische marker is die
geassocieerd is met slechtere klinische uitkomsten in BC-patiënten die NAC
krijgen.
1.Liu YL, Saraf A, Lee SM et al.
Lymphovascular invasion is an independent predictor of survival in breast
cancer after neoadjuvant chemotherapy. Breast Cancer Res Treat 2016; epub ahead
of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)