Er zijn
aanwijzingen dat majeure pathologische respons (MPR) van NSCLC op neoadjuvante
chemotherapie kan dienen als surrogaat-eindpunt voor overleving, en een snelle
manier zou kunnen leveren voor het vergelijken van verschillende neoadjuvante
regimes. Een studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de
associatie tussen MPR na neoadjuvante chemotherapie voor NSCLC en overall survival nader onderzocht. Prof.
Stephen Swisher en collega’s publiceren de studie online in Clinical Lung Cancer.1
De studie
includeerde 151 patiënten die tussen begin 2008 en eind 2012 neoadjuvante
chemotherapie en complete chirurgische resectie ondergingen voor NSCLC.
Weefselspecimens werden retrospectief onderzocht door twee pathologen die geen
informatie hadden over de behandelingen of de uitkomsten. Eén patholoog was experienced; de tweede patholoog was in
opleiding. De figuur laat zien dat de MPR-beoordeling van beide
pathologen geassocieerd was met de overleving van de patiënten (in multivariate
analyse HR 2,68; p=0,01). De niveaus van overeenstemming tussen beide
pathologen waren hoog (R2=0.994). Tenminste drie slides waren vereist voor
accurate beoordeling.
De onderzoekers
concluderen dat MPR na neoadjuvante chemotherapie significant voorspellend was
voor lange-termijn OS van NSCLC-patiënten.
1.Weissferdt A, Pataer A, Vaporciyan
AA et al. Agreement on major pathological response in NSCLC patients receiving
neoadjuvant chemotherapy. Clin Lung Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: A study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that after neoadjuvant chemotherapy for NSCLC, major
pathologic response was significantly predictive of long-term overall survival. MPR may serve as surrogate endpoint
for evaluating novel chemotherapies and immunotherapy response.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)