
Tussen juni 2002 en juli 2019 werden in MSKCC 43 GEA-patiënten behandeld. Onder deze patiënten waren er vier (9%) die alleen chirurgie ondergingen, vijftien (35%) die chirurgie plus adjuvante therapie kregen, tien (23%) die definitieve concurrente chemoradiotherapie (CCRT) kregen, zeven (16%) die alleen chemotherapie kregen, en drie (7%) die neoadjuvante CCRT en hysterectomie ondergingen. Veertien patiënten (33%) hadden ziekteprogressie van wie twaalf (86%) CCRT hadden gehad. De mediane progressievrije overleving en overall survival van patiënten met diagnose stadium I GEA waren 107 maanden (95%-bti 14,8-199,2) respectievelijk 111 maanden (17-205,1), vergeleken met 17 maanden (5,6-28,4) respectievelijk 33 maanden (28,2-37,8) voor patiënten met hogere stadia. Onder 29 patiënten met next-generation sequencing data waren er vier (14%) met ERBB2-veranderingen.
De onderzoekers concluderen dat in stadium II of hoger gediagnostiseerd GEA een agressieve vorm van cervixcarcinoom is met slechte PFS en OS.
1.Ehmann S, Sassine D, Straubhar AM et al. Gastric-type adenocarcinoma of the cervix: clinical outcomes and genomic drivers. Gynecol Oncol 2022; epub ahead of print
Summary: A retrospective study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that most patients with gastric-type endocervical adenocarcinoma were diagnosed with stage II or higher disease. Clinical outcomes among these patients were poor.